Leerproblemen? Een taalonderzoek kan inzicht geven

Wanneer een leerling niet tot leren komt, is het niet altijd duidelijk waardoor dat komt. Is er sprake van een taalontwikkelingsstoornis (TOS) of speelt er iets anders? Jessica Spaargaren, logopedist en teamleider van de afdeling logopedie bij 1801, drukt scholen en ouders op het hart tijdig op zoek te gaan naar de oorzaak. Aan de hand van een praktijkvoorbeeld legt Jessica uit hoe zij daarbij te werk gaat. “Samen met de leraar, intern begeleider en ouders komen we tot de beste oplossing voor het kind.”

Tos of iets anders? 

Sanne (8,5 jaar) zit in groep 5 en heeft op alle vlakken moeite om mee te komen op school. Ze kan verlegen zijn bij onbekenden en praat weinig in de klas. Haar ouders waren verbaasd toen ze dit hoorden, want thuis blijkt Sanne juist een gezellige kletskous te zijn. In de klas is Sanne snel afgeleid. Ze kan zich slecht concentreren en vindt het moeilijk om de lesstof te onthouden.

Een paar jaar geleden is Sanne al eens onderzocht. Er is toen een non-verbaal intelligentieonderzoek afgenomen, ze is bij het Kabouterhuis (voor kinderen met gedragsproblemen) geweest en heeft twee jaar logopedie gehad. Maar omdat dit te weinig opleverde, is de behandeling gestopt. Extra ondersteuning op school levert ook niet de gewenste verbetering op. Omdat het zo niet langer gaat, neemt school contact op met 1801 om mee te kijken. Heeft Sanne wellicht een taalontwikkelingsstoornis (TOS) of is er iets anders aan de hand?

Taalonderzoek

School en ouders stemmen in met een taalonderzoek door 1801. Dit is een genormeerd onderzoek dat verschillende taalgebieden in kaart brengt, zoals taalbegrip, taalvorm, taalinhoud en expressieve taal. Het onderzoek wordt afgenomen door een van de logopedisten van 1801. Jessica Spaargaren heeft ruime ervaring met het afnemen van een taalonderzoek bij kinderen. “Ik trek hier altijd een hele ochtend voor uit. Zo is er genoeg tijd om een kind op zijn of haar gemak te stellen en om even een glaasje water te drinken als de concentratie afneemt.”

Uit de verhalen over Sanne had de logopediste van 1801 een timide meisje verwacht, maar dat beeld moest Jessica snel bijstellen. “Er zat een vrolijk kind naast me dat honderduit praatte. Blijkbaar voelde Sanne zich meteen veilig bij mij. Ze vertelde dat ze het spannend vindt om naar school te gaan, dat ze er soms zelfs eng van droomt. Het doet haar duidelijk veel dat het niet lekker loopt op school. Tijdens het onderzoek merkte ik ook dat Sanne veel bevestiging zoekt en moeilijke vragen uit de weg gaat.”

Combinatie van factoren

De uitslag van het taalonderzoek laat een grillig beeld zien. “Bij veel kinderen weet je na een taalonderzoek meteen wat je te doen staat, maar Sanne scoorde op sommige onderdelen goed en op andere slecht”, vertelt Jessica. “Haar taalbegrip is gemiddeld. Dat betekent dat Sanne zou moeten begrijpen wat er in de klas wordt gezegd. Maar het viel me op dat Sanne moeilijk bij de les te houden is. Ik moest vragen regelmatig een paar keer herhalen. Verder viel me op dat Sanne in de praktijk veel lidwoordfouten maakt en zinnen niet afmaakt, terwijl ze het op papier wel goed doet. Dat zegt mij dat er niet alleen sprake is van een taalprobleem. Er is iets wat Sanne belemmert. Heeft zij voldoende capaciteiten, zijn haar executieve functies – aandacht, concentratie, plannen – onderontwikkeld, voelt Sanne zich onveilig in de klas, of is het een combinatie van factoren?”

Intelligentieonderzoek

In een gesprek met de ib’er, leraar en ouders worden de onderzoeksresultaten besproken. “Een kind is meer dan de testresultaten”, zegt Jessica. “Daarom is het goed om informatie uit te wisselen en met elkaar te komen tot de beste oplossing voor het kind. Als er sprake is van een TOS kan school de cluster 2 dienst inschakelen voor een gespecialiseerd arrangement, eventueel gecombineerd met logopedie. In het geval van Sanne lijkt een uitgebreid intelligentieonderzoek een goede vervolgstap. Ik ga dit bespreken met een van onze psychologen/orthopedagogen. Bij 1801 hebben we alle expertise in huis, we zijn betrokken, flexibel én kunnen snel acteren. School gaat onderzoeken of een klas van 30 leerlingen misschien te druk is voor Sanne. In combinatie met de uitkomst van het intelligentieonderzoek wordt daarna bepaald welke vorm van onderwijs het beste bij Sanne past.”

Professionele hulp

In elke klas zit minstens één leerling met een taalontwikkelingsstoornis (TOS), weet Jessica uit ervaring. “Een TOS is door leraren, ib’ers en ouders niet altijd goed te herkennen, waardoor kinderen soms onnodig lang lopen te stoeien op school. Wees er daarom op tijd bij en schakel professionele hulp in als je er zelf niet uitkomt. Als ik op een school een kind heb onderzocht, word ik vaak teruggevraagd. Dat vind ik fijn, want hoe meer kinderen we weer kunnen laten opbloeien, hoe beter.”

* Om privacy-redenen is de naam Sanne gefingeerd.

 

Ga naar de Kennisbank

Heb je een vraag? Neem dan contact met ons op.